(gest. 17 juni 1091), zoon van Floris I en Geertruida van Saksen, volgde in 1061, nog minderjarig, zijn vermoorde vader op. Zijn moeder hertrouwde twee jaar later met Robrecht de Fries, een zoon van Boudewijn V van Vlaanderen. Kort daarop schonk keizer Hendrik IV de graafschappen Rijnland en Westflinge aan de bisschop van Utrecht (1064); feitelijk heersten Robrecht en Geertruida toen alleen in het zuidelijk deel van het latere Holland met Vlaardingen als centrum. V??r 1071 slaagden zij erin Kennemerland onder hun gezag te brengen, doch hetzelfde jaar werden zij door bisschop Willem en Godfried III van Neder-Lotharingen weer verdreven. In 1076 werd Godfried vermoord, naar men meende op instigatie van Robrecht en Dirk. Ook bisschop Willem was juist overleden en nu brachten Robrecht en Dirk aan de nieuwe elect, Koenraad, bij IJsselmonde, een zware nederlaag toe. Daardoor werden de Zuid-Hollandse eilanden aan het Sticht (Utrecht) ontrukt. Ook in de grote politiek bleven Koenraad en Dirk tegenstanders: de eerste was een trouw aanhanger van Hendrik IV, Dirk steunde de pauselijke partij en erkende de tegenkoning Rudolf (1078). Hij werd opgevolgd door zijn zoon Floris II.