Deel Print


Philipp IV. van Frankrijk

Mannelijk 1268 - 1314  (46 jaar)


Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Bronnen    |    Alles    |    PDF

  • Naam Philipp IV. van Frankrijk 
    Geboorte 1268 
    Geslacht Mannelijk 
    Overlijden 29 nov 1314 
    Persoon-ID I2719  Kwartier Casper Heijnen
    Laatst gewijzigd op 1 dec 2020 

    Vader Philips III ("de Stoute") van Frankrijk,   geb. 1 mei 1245, Poissy Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 5 okt 1285, Perpignan Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 40 jaar) 
    Moeder Isabella van Aragon,   geb. 1243   ovl. 28 jan 1271, Cosenza Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 28 jaar) 
    Huwelijk 28 mei 1262  Clermont-en-Auvergne Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie  [1
    Gezins-ID F1399734603  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Aantekeningen 
    • (Fr.: Philippe le Bel) (Fontainebleau 1268 - aldaar 29 nov. 1314), koning van Frankrijk van 1286 tot 1314, uit het Huis der Capetingen, was een zoon van Filips III en Isabella van Arag?n. Hij volgde zijn vader op en werd gekroond op 6 febr. 1286. Spoedig maakte hij een einde aan het door zijn vader begonnen conflict met Arag?n en spitste zijn politiek toe op Engeland en Vlaanderen. Het geschil met Engeland ontvlamde vnl. door de uitspraak der Franse koninklijke rechtbank die het leenmanschap van de Engelse koning over Guyenne confisqueerde (1294), evenals door conflicten op zee. Het geschil met Vlaanderen ontstond doordat hij Vlaamse steden, die bij hem in beroep kwamen tegen hun vorst, aan het gezag van de graaf onttrok, hetgeen graaf Gwijde van Dampierre tot een verbond met de Engelse koning Eduard I dreef (1297). Nadat Filips de helft van Vlaanderen in bezit genomen had, sloot hij met Eduard I het bestand van Montreuil (1299), dat o.m. ook in een huwelijk voorzag tussen Isabella, de dochter van Filips en Johanna van Navarre, met de Engelse troonopvolger, waarbij Guyenne als huwelijksgift voorzien was; paus Bonifatius VIII speelde hierbij een belangrijke bemiddelingsrol. Daardoor stond de Vlaamse graaf echter ge?soleerd en kon Filips geheel Vlaanderen veroveren (met de medeplichtigheid van de Fransgezinde stadsbesturen in Vlaanderen) en Gwijde gevangen zetten (1300). Het verzet tegen de Franse bezetting groeide spoedig, vooral onder de ambachtslieden, en culmineerde in de overwinning op de Fransen in de Guldensporenslag (11 juli 1302). Uiteindelijk voorzag het Verdrag van Athis-sur-Orge (1305) in het voortbestaan van het graafschap, onder afstand evenwel van de streek Rijsel-Dowaai-Orchies (Waals-Vlaanderen) en betaling van een zware boete. Na nieuwe betwistingen werd dit akkoord definitief vastgelegd in het Verdrag van Pontoise (1312).
      Inmiddels was Filips in eigen land in 1296 in moeilijkheden gekomen met de Franse clerus, die weigerde beden te betalen voor de Engelse oorlog. De paus koos, m.n. door de bulle Clericis laicos van 24 febr. 1296, de zijde van de clerus, zodat het incident uitgroeide tot een conflict paus-koning. Filips verhinderde dat de Franse kerkelijke tienden nog aan Rome overgemaakt werden en koos de Duitse koning Albrecht van Habsburg, die niet door de paus erkend werd, tot bondgenoot (9 dec. 1299). In 1301 arresteerde Filips de bisschop van Pamiers (Bernard Saisset), door Bonifatius VIII benoemd zonder zijn instemming; de koninklijke legist Nogaret beschuldigde de paus van simonie; deze reageerde met de bulle Ausculta fili (5 dec. 1301) die het pauselijke monopolie inzake benoemingen verdedigde. Filips organiseerde hierop de eerste Franse Staten-Generaal op 10 april 1302, waarop kanselier Pierre Flote bereikte dat alle standen zich achter het koninklijke standpunt plaatsten. In april 1303 excommuniceerde Bonifatius de Franse koning, die in sept. de paus te Anagni gewapenderhand liet gevangen nemen om, op een concilie te Lyon, berecht te worden wegens ketterij. De paus overleed spoedig nadien. Zijn opvolger, Benedictus XI, trok de ban in (13 mei 1304), doch kritiseerde de koning fel. Na ook diens spoedige dood (7 juli 1304) wist Filips' gezant de kardinalen ertoe over te halen de koningsgezinde bisschop van Bordeaux (Bertrand de Got) tot paus te kiezen, als Clemens V (5 juni 1305). Tevens bereikte hij dat de pauselijke residentie naar Avignon overgebracht werd, begin van de Babylonische gevangenschap der pausen. De aan Filips slaafs onderworpen nieuwe paus vernietigde de bullen van Bonifatius VIII. Hoe sterk de koninklijke machtspositie in kerkelijke kwesties geworden was, bleek ook uit het beruchte proces waarbij de Tempeliersorde wegens ketterij werd veroordeeld en haar goederen verbeurd zag (okt. 1307 - april 1312); de paus liet op het Concilie van Vienne de orde opheffen.
      Filips bouwde de administratie uit met een reorganisatie der rekenkamer en een betere inning van belastingen, die wel een aantal weerstanden opriepen. Om zich hiertegen te beschermen trachtte hij toch de greep op de openbare mening te bewaren, m.n. via de Staten-Generaal. Hij liet zich verder uitgebreid voorlichten door een aantal van Romeins-rechtelijke doctrines doordrongen legisten, die het absolute karakter van zijn beleid, naar Romeins model, juridisch ondersteunden en die ook zijn internationale politiek voortdurend dienden te motiveren.

  • Bronnen 
    1. [S17] .