27.Een handschrift van den achttienden april achttienhonderd en negentien, bij hetwelke Jannes Meuleman en vrouwe Gesina Vinke te Heemse bekennen ontvangen te hebben van den heer graaf van Rechteren de somma van eenhonderd guldens, onder belofte om dezelve met een jaar terug te geven. Welke handschrift door den ondergetekenden notaris gekwoteerd en geparapheerd zijnde, is gebragt op den onderhavigen staat en inventaris onder numero zeven en twintigh.
1826 43.aan de schoenmaker Jannes Marrink Meuleman te Heemse, wegens leverantie tot en met den negentienden juny laatstleden, proresto de summa van zeven guldens en veertigh cents
Was in 1840 getuige bij de aangifte van Johannes Hermannus Bernardus Einhaus, mijn bedovergrootvader